Van oermens tot jou

Naturalis

Over mensen met apenstreken of apen met mensenstreken

Van oerknal naar kometenval, van mos naar vos, van eerste mens naar homo sapiens. De aarde en dieren bestaan dus al heel lang. Alles wat leeft is ooit ontstaan. Maar waar komen mensen eigenlijk vandaan?

Je denkt misschien dat wij er altijd al waren. Maar dat is niet zo. Sterker nog, we zijn er langer niet dan wel. Mensen bestaan 2,5 miljoen jaar. Dat is lang. Maar lang niet zo lang als sommige andere dieren (ja, mensen zijn dieren!). Schildpadden, krokodillen, libellen en vissen zijn al honderden miljoenen jaren op aarde. Maar dat is nog niks vergeleken met de leeftijd van de aarde. Die is 4,5 miljard keer jarig geweest. Een indrukwekkende leeftijd met wel 10 cijfers: 4.500.000.000.

Als je naar apen kijkt op filmpjes of in boeken, zie je zo wel dat we familie zijn. Ze spelen met elkaar, maken ruzie, luieren, zijn verlegen, knabbelen aan fruit, lopen op twee poten en kunnen net zo zielig kijken als jij en ik. Veel mensen denken dat mensen zijn ontstaan uit apen. Dat klopt niet helemaal. Dat we zo op elkaar lijken, komt doordat we een gezamenlijke voorouder hebben. Wie dat was? Dat is eigenlijk dé grote vraag van wetenschappers. Wetenschappers weten wel dat apen en mensen primaten zijn. Primaten zijn een bepaalde groep zoogdieren, een van de oudste zoogdiergroepen op aarde zelfs. Die primaten popten al op in de dinotijd. De allereerste primaat heeft de prachtnaam purgatorius unio, het was een boombewonende insecteneter, 10 tot 15 centimeter lang en 20 tot 40 gram licht. Maatje muis. Die viel niet op tussen die dino’s! Pas tientallen miljoenen jaren later, toen de dino’s al lang uitgestorven waren, kwamen er primaten die een beetje op ons lijken. In zestig miljoen jaar tijd veranderden die stapje voor stapje in apen, halfapen en uiteindelijk in mensen.

Gorilla’s en orang-oetans zijn heel naaste familie van ons. Nog dichterbij ons staan de mensapen, de gewone chimpansee en de bonobo, die ook wel dwergchimpansee heet. Een lawaaiig zootje schreeuwlelijkerds. Net als wij hebben ook zij geen staart meer. Uit onderzoek blijkt dat het DNA van chimpansees en mensen voor bijna 99 procent hetzelfde is. Vrijwel helemaal hetzelfde dus. Maar die 1 à 2 procent ander DNA zorgt ervoor dat we behoorlijk anders zijn.

De eerste mensapen verschenen 25 miljoen jaar geleden. Ze vielen niet uit de lucht, natuurlijk. Ze zijn langzaam ontstaan. En toen ze er eenmaal waren, liepen ze op vier poten en leken nog niet erg op ons. 10 miljoen jaar geleden kwam er een heel grote verandering, apen in Oost-Afrika begonnen op twee benen te lopen. Dat waren de achterbenen natuurlijk, anders zouden ze op hun kop lopen. Die grote verandering gebeurde niet zomaar. De dieren pasten zich aan de omgeving aan. Dat moest wel, want hun leefgebied veranderde. En om te kunnen overleven moesten de grote mensapen hun gedrag en uiterlijk aanpassen aan die veranderende omgeving. Door een grote klimaatverandering veranderde Oost-Afrika van een dichtbebost, warm woud in de savanne zoals we die nu kennen. Als je als aap niet meer in bomen hoeft te klimmen, heb je je armen niet zo veel meer nodig. Die konden dus best een stukje korter. Als het landschap een uitgestrekte vlakte met her en der bosjes en losse bomen is geworden, is het handig om ver te kunnen kijken en dus op je achterpoten te gaan staan. En zo veranderden boomslingerende mensapen in rondtrekkende, op twee benen lopende aapmensen.

Die achterpoten werden langer. Razend handig om mee te rennen en grotere gebieden te bewandelen, op zoek naar voedsel. Op twee poten lopen kost veel minder energie. Daardoor hoefden ze minder eten te zoeken. Ze hadden tijd over! Tijd die ze konden gebruiken voor andere dingen, zoals werktuigen maken en gebruiken. Dat kon nu, want de voorpoten waren vrij. Door die werktuigen konden ze vaker en beter jagen. Dankzij die jacht aten ze meer vlees. En door het eten van vlees groeiden de hersenen en werden mensen steeds slimmer. De hersenen van de moderne mens zijn drie keer zo groot als die van de chimpansee. Daardoor kunnen wij kunst maken, taal ontwikkelen en raketten, games, elektriciteit en heel veel andere dingen uitvinden.

[Uit: Van oermens tot jou. Verschijnt 29 mei 2024 bij Ploegsma, met illustraties van Annemiek Schellenbach]